Ik heb deadlinestress. De eerste versie van mijn manuscript voor mijn nieuwe boek Hartje lente moet over een paar weken worden ingeleverd. Alles – ik herhaal: álles – moet op dit moment dus om mijn manuscript draaien.
Waarom tik ik dan nu deze column, vraag je je misschien af? Want ik zou mijn tijd juist nu moeten besteden aan het schrijven van mijn manuscript. Goed punt. Toch heeft deze column ook alles te maken met mijn deadlinestress. Dit dient zich bij namelijk altijd aan in combinatie met uitstelgedrag.
Schrijven, schrappen, herschrijven
Ik zou aan Hartje lente moeten schrijven, schrappen, herschrijven - en dan weer schrappen en herschrijven. Ik zou zelfs tijdens mijn toiletbezoekjes door moeten typen, zo dringend moet ik aan mijn boek werken. Maar in plaats daarvan zit ik hier deze column te tikken met versgelakte nagels en heb ik zojuist de puzzel uit de Kampioen gemaakt. Want wat doet een schrijver met deadlinestress? Juist, allesbehalve schrijven aan het stuk met de deadline.
Deadlines heb ik nodig
Deadlines en ik hebben een haat-liefdeverhouding. Ik heb ze nodig om te presteren. Een half jaar geleden had ik al kunnen beginnen aan Hartje lente. Maar toen was er nog geen deadline in zicht. Dus wat deed ik? Vrij weinig. Ik kan me pas echt gemotiveerd tot schrijven zetten als ik weet dat het boek – of artikel, blog, nieuwsbrief, interview, zeg het maar – binnen afzienbare tijd af moet. Dan voel ik de druk.
Maar deadlines zorgen er ook voor dat ik ineens heel productief word in totaal andere dingen. Zo heb ik afgelopen uur mijn nagels gelakt, de EHBO-doos opnieuw ingedeeld en overwogen om eindelijk dat ene kapotte naadje van mijn lievelingshardloopbroek te repareren. (Spoiler: dat heb ik natuurlijk uitgesteld.)
Die schrijfmodus komt
Ik zou nu in een schrijfbubbel moeten zitten, met mijn hoofd bij Lizzy en Bram en hun bruiloft die door onder andere een ex-geliefde en een bloemenallergie volledig in het honderd dreigt te vallen. Maar in plaats daarvan schrijf ik een column over waarom ik mijn boek niet schrijf. Toch weet ik uit ervaring: het komt goed. Ergens, tussen al dat uitstelgedrag door, ga ik ineens in de schrijfmodus. Dan schrijf ik als een bezetene en komt alles op z’n pootjes terecht. Het is een chaotisch proces, maar blijkbaar werkt het voor mij. En stiekem vind ik dit ook de romantiek van het schrijversbestaan: schrijven tot de laatste seconde en dan met een zucht van verlichting op ‘verzenden’ klikken.
Maar goed, nu moet ik écht weer verder schrijven aan mijn boek. Zodra mijn nagels droog zijn.
Groetjes!
Nora