Oei, oei, wat een woei deze week, hè?! Het woei, toch? Of waaide het? Tijd voor een stormachtige uitleg.
Waaien is in onze taal best een turbulent werkwoord. Als iemand wil zeggen dat er afgelopen week een flinke storm was, zie je namelijk altijd twijfel ontstaan. Want waaiden Gerrit en Henk nu zo hard? Of hoorden we ze woeien?
Woeien of waaiden takken eraf?
Het juiste werkwoord is sowieso waaien. Met waaien geven we de beweging van de wind aan. Bijvoorbeeld: het waait uit het zuidwesten of de wind waait behoorlijk hard vandaag. In de tegenwoordige tijd ondervinden we nauwelijks tegenwind: Ik waai, jij waait, hij/zij waait, wij waaien, jullie waaien, zij waaien. Wij hebben alleen nog nooit een mens zien waaien, maar dat terzijde. Maar waar komt dan steevast die twijfel vandaan bij het werkwoord waaien? Dat gebeurt eigenlijk in de verleden tijd; als de storm weer is gaan liggen. Woeien de takken van de bomen, of waaiden ze eraf?
Soorten werkwoorden
Om hier een antwoord op te kunnen geven, duiken we in de werkwoordsoorten in onze taal. We hebben:
- Zwakke werkwoorden: hierbij verandert de klinker in de verleden tijd niet. Een voorbeeld is het werkwoord fietsen. Tegenwoordige tijd: fietsen. Verleden tijd: fietsten. Voltooid verleden tijd: gefietst. Ondanks dat deze groep werkwoorden zwak wordt genoemd, zijn ze in de meerderheid. En dat is fijn, want dat maakt het lekker overzichtelijk.
- Sterke werkwoorden: hierbij verandert de klinker in de verledentijdsvorm wel. Het voltooid deelwoord eindigt vaak op -en. Tegenwoordige tijd: zwemmen. Verleden tijd: zwommen. Voltooid verleden tijd: gezwommen. Even opletten dus bij deze rakkers!
- Werkwoorden met een identiteitscrisis: deze werkwoorden weten niet zo goed of ze nu sterk of zwak zijn. Waaien is daar een voorbeeld van. In de verleden tijd komen we waaiden en woeien tegen. Volgens Van Dale is dat niet iets wat recent in onze taal is aangepast. Al in de naslagwerken uit de negentiende eeuw kwamen beide vormen voor.
Toch nog een windvlaag
Dat voelt best rijk, dat we bij waaien kunnen kiezen of de takken eraf woeien of waaiden. Alleen – helaas – er is toch nog een onverwachte windvlaag. Het voltooid deelwoord is altijd gewaaid. Dus gewoeid bestaat niet. Waarom niet? Nou, laten we dat maar als een storm in een glas water zien en gewoon accepteren. De Nederlandse taal is al ingewikkeld genoeg.
Want wat dacht je van de vervoeging van de werkwoorden ervaren, jagen, scheren en zeiken? Juist! Ervoeren en ervaarden, joegen en jaagden, verscholen en verschuilden en zeiken en zeken.
En? Hoe ervoer je dit blog? Alsof er een fikse storm heeft gewaaid? Laten we dan maar stoppen, want waarschijnlijk vind je dat we genoeg hebben gezeken.
Schrijfdokters raast graag bij je langs!
In het eerste kwartaal van 2024 lanceert Schrijfdokters de eerste e-learnings op deze website. Een schrijftraining kan ook worden gegeven op locatie. We razen zo bij jou en/of je collega’s langs. Waai gerust bij ons aan via het contactformulier.