Dt-ongelukjes. Je ziet ze in veel teksten. Zelfs de beste schrijver ziet er wel eens een over het hoofd. Toch zijn ze eenvoudig te voorkomen. Je moet alleen weten hoe.
In dit blog leggen we je in het kort de spellingsregel uit. Daarmee voorkom je al heel wat ongelukjes. Daarna zoomen we in op uitzonderingen en andere manieren die voorkomen dat je uit de spellingsbocht vliegt. Toch belangrijk, want dt-fouten maken niet direct je tekst onleesbaar, maar veel mensen ergeren zich er wel aan én leggen je tekst direct opzij. Dat wil je natuurlijk niet. Als je al je teksten beter wil maken, dan is letten op je spelling toch echt wel belangrijk.
Wat is een dt-fout?
Simpel gezegd is een dt-fout een spelfout. Die ontstaat altijd aan het eind van vervoegde werkwoorden. Een dergelijk ongelukje wordt veroorzaakt doordat het woordeinde d, t en dt allemaal hetzelfde klinken. Ze klinken als een t. Wanneer gebruik je nu wat?
Spelling in het kort
- Benoem de stam van het werkwoord; Dat is werkwoord min –en.
- Sommige werkwoorden maken het ons iets moeilijker, let daar extra goed op. Zo is gelov de stam van geloven. En de stam van reizen is reiz.
- Gebruik ‘t Kofschip als ezelsbruggetje voor de vervoeging van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.
- Eindigt de stam niet op een van de medeklinkers uit dit woord (t, f, k, s, ch en p), dan krijg je als vervoeging –de: draaiden, geloofden, reisden.
- Eindigt de stam wel op een van de medeklinkers, dan krijg je als vervoeging –te. Denk aan pakten en kusten.
- En zo weet je ook hoe het voltooid deelwoord eruit komt te zien. Deze krijgt dezelfde -t of -d als uitgang. Dus gedraaid, geluisterd, geloofd, gereisd, gepakt, geswitcht, gekust
Dingen om op te letten
Natuurlijk zijn er heel wat uitzonderingen op deze ogenschijnlijke simpele regel. Ook worden er ondanks de spellingsregels door heel veel mensen dezelfde ongelukjes gemaakt.
- Gebiedende wijs: altijd zonder -t. Dus word lid, houd afstand, kom hier!
- Ik-vorm: dat is bij de meeste werkwoorden gewoon de stam, dus het hele werkwoord zonder -en. Ik word dus en niet ik wordt. Vaak wordt die -t toch getikt. Is het de snelheid waarmee wordt gewerkt? Of gebruiken we zo vaak 'wordt' dat we de variant met de -t gevoelsmatig logisch vinden om te tikken? Geen idee, maar let bij de vervoeging bij ik altijd even extra op.
- Je-vorm: ‘Ondanks dat het vrijdagmiddag is, word je uitgedaagd om je spelling te controleren.’ Hier zie je dat er bij ‘word’ geen t staat. De reden: de t valt weg als ‘je’ of ‘jij’ achter de persoonsvorm staat.
- Werkwoord willen bij jij en je: in de spreektaal laten we bij de jij- en je-vorm de t vaak weg bij het werkwoord willen. Je wil dus. Toch is je wilt ook goed. Sterker nog, mét t krijgt in Nederland nog steeds voorkeur in (zakelijke) teksten die door veel mensen worden gelezen. Je kunt er ook afspraken over maken. Zo kiest Schrijfdokters bewust voor de informelere vorm: je wil. Onze reden: het leven is al serieus genoeg!
Schrijfdokters als preventie
Natuurlijk zijn er nog veel meer zaken waar je op moet letten om dt-ongelukjes te voorkomen. Het voert te ver om dat allemaal in dit blog uit te leggen. Wil je beter leren schrijven? Schrijfdokters biedt preventie om schrijfongelukken te voorkomen. In het eerste kwartaal van 2024 lanceert Schrijfdokters de eerste e-learnings op deze website. Een schrijftraining, met desgewenst meer aandacht voor spelling, kan altijd op locatie. Voor jou alleen of met je collega’s. Neemt gerust contact met ons op… Oeps, neem gerust contact met ons op!